Gemeenschap van goederen wordt beperkt

Op 28 maart 2017 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Beperking wettelijke gemeenschap van goederen.  De beperkte gemeenschap van goederen wordt de nieuwe standaard voor echtgenoten die geen huwelijksvoorwaarden maken. Alleen wat de echtgenoten tijdens het huwelijk hebben opgebouwd zal straks in de gemeenschap van goederen vallen. Bezittingen en schulden die een echtgenoot reeds vóór het huwelijk had, alsmede giften en verkrijgingen krachtens erfrecht (voor én tijdens het huwelijk), blijven voortaan privé.

Voor een geregistreerd partnerschap  gelden dezelfde regels als voor een huwelijk, maar omwille van de leesbaarheid wordt hierna alleen over echtgenoten gesproken.

 

Voor wie gelden de nieuwe regels?

De nieuwe regels treden op 1 januari 2018 in werking. De beperkte gemeenschap van goederen is alleen van toepassing bij partners die trouwen nadat de wetswijziging in werking is getreden.

Voor partners die zijn getrouwd vóórdat de wetswijziging in werking is getreden, blijven de oude regels gelden. Zij blijven dus getrouwd in de “algehele” gemeenschap van goederen. Overigens kunnen bepaalde bezittingen en schulden ook onder de oude regels al buiten de gemeenschap van goederen vallen, bijvoorbeeld indien ze zijn verkregen met een uitsluitingsclausule. Dat is een bepaling in een testament of schenkingsakte waarin staat dat de goederen privé blijven van de echtgenoot die ze heeft verkregen.

Ook voor partners die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan vóórdat de wetswijziging in werking is getreden en daarna hun geregistreerd partnerschap omzetten in een huwelijk, blijven de oude regels van de algehele gemeenschap van goederen gelden.

 

Drie vermogens

Het nieuwe stelsel mag dan aansluiten bij wat veel mensen tegenwoordig willen, het wordt er bepaald niet eenvoudiger op. Immers, straks hebben getrouwde partners drie soorten vermogen, namelijk 1.) het vermogen van de ene echtgenoot, 2.) het vermogen van de andere echtgenoot en 3.) het gemeenschappelijk vermogen.

Bij scheiding zullen de echtgenoten moeten aantonen welke bezittingen en schulden in welk “potje” thuishoren. De bezittingen en schulden waarvan privé-bezit niet kan worden aangetoond, vallen alsnog in de gemeenschap van goederen. Dit kan met name vervelend uitpakken als de ene echtgenoot zijn bankafschriften niet meer heeft, terwijl de andere echtgenoot zijn administratie van vóór het huwelijk wél heeft bewaard. Zo kan het gebeuren dat degene die met het meeste vermogen het huwelijk inging, bij scheiding het minste overhoudt… Om dit te voorkomen kunt u vóór de huwelijksvoltrekking samen een vermogensoverzicht vastleggen in een notariële akte.

 

Vergoedingsrechten

Daarnaast zullen steeds vaker ingewikkelde discussies plaatsvinden over de vergoedingsrechten die ontstaan als vermogen uit het ene potje is geïnvesteerd in een vermogensbestanddeel dat in een ander potje valt. Bijvoorbeeld als de nieuwe badkamer in de gemeenschappelijke woning wordt betaald uit het eigen vermogen van één van beide echtgenoten.

In sommige gevallen moet dan bij scheiding de helft van het geïnvesteerde bedrag worden vergoed, terwijl in andere gevallen het te vergoeden bedrag meestijgt of –daalt met de waarde van de woning. Ook als met vermogen uit het ene potje een schuld wordt afgelost die in een ander potje valt, kunnen de vergoedingsrechten tot onverwachte – en vaak ook ongewenste – uitkomsten leiden. Wie discussie hierover wil voorkomen, kan hierover vooraf in zijn huwelijksvoorwaarden afspraken maken.

 

Ondernemers

Voor het ondernemingsvermogen is in het wetsvoorstel een speciale bepaling opgenomen. Als tijdens het huwelijk een onderneming wordt gestart, valt die in de gemeenschap van goederen. Had de echtgenoot de onderneming al vóór het huwelijk, dan maakt de onderneming zelf geen deel uit van de gemeenschap van goederen, maar behoort de winst die tijdens het huwelijk is gemaakt wél tot de gemeenschap. Een ondernemer die via zijn BV zelf de hoogte van de winstuitkeringen kan bepalen, moet aan de gemeenschap een redelijke vergoeding betalen.  Wat “redelijk” is, is bij echtscheiding voer voor advocaten.

Om bij scheiding oeverloze discussies en vervelende verrassingen te voorkomen, is het dus vooral voor ondernemers raadzaam om huwelijksvoorwaarden te maken.  Ook fiscaal kan dat interessant zijn, want van bepaalde fiscale vraagstukken, met name ten aanzien van box 2-vermogen en de terbeschikkingstellings-regeling, is de uitkomst onder de nieuwe regels nog onduidelijk.

 

Gemeenschappelijk vermogen van vóór het huwelijk

Ten slotte nog een waarschuwing voor partners die vóór het huwelijk samen een woning hebben gekocht en daarvan niet fiftyfifty eigenaar zijn, maar bijvoorbeeld in de verhouding 40/60. Dat komt regelmatig voor als één van de partners bij de aankoop eigen geld heeft geïnvesteerd. Hoewel de woning vóór het huwelijk is verkregen, valt deze wél in de gemeenschap van goederen en behoort dan ineens aan ieder voor de helft toe. Willen zij de oorspronkelijke eigendomsverhouding handhaven, dan zullen zij huwelijksvoorwaarden moeten maken. Compensatie middels vorderingen onderling vindt niet plaats.

 

Conclusie

De invoering van de beperkte gemeenschap van goederen zal het er – met name bij echtscheiding – niet eenvoudiger op maken. Omdat tegenwoordig 1 op de 3 huwelijken in een echtscheiding eindigt is het verstandig dat u vóór het huwelijk samen met de notaris bekijkt of de nieuwe wettelijke regels wel passen bij uw situatie en bij uw wensen.

 

Omwille van de leesbaarheid en vanwege het algemene karakter van deze notitie zijn bepaalde nuances achterwege gelaten. Hoewel deze notitie met zorg is geschreven, wordt niet ingestaan voor de juistheid en volledigheid. Deze notitie is nadrukkelijk niet bedoeld als vervanging van een persoonlijk advies.